What’s the point

‘Kijk eens, die bergen, gaaf he!’ Mijn ogen moeten wel uit mijn hoofd sprankelen als ik me omdraai om hen te attenderen op dit machtige natuurwonder zomaar naast de autobaan. Er is er maar eentje die mij ziet en hoort. Omdat hij geen oortjes in heeft. En gezien zijn reactie had hij die beter wel in kunnen hebben.

‘Ja man, nu is mijn leven echt verbeterd.’

Waarom doen we dit ook alweer? What’s the point, is een levensvraag in de simpele film Up in the air met George Clooney. There is no point, antwoordt gorgeous George. Kan niet waar zijn, toch?

Waarom rijden we 1200 km voor een (enigszins overrated) meer en bergen, om vervolgens naast de Goudse kaas te gaan liggen zweten, onze hersens te voelen wegdrijven en dus maar weer passief dobberend op en in het water te staren naar wat omhooggeduwde rotsen tegen alweer datzelfde strakblauwe doek?

Niet dat er in koelere tijden wél veel actie in onze gezinsleden te vinden is, hoor. Het in de auto slepen voor de heenreis was al een opgave. Tien minuten voor vertrek pakte nummer twee de tas van nog steeds snurkende nummer één zelfs maar in. Toen nummer één toch enigszins tot leven kwam, was het eerste dat hij riep: ‘Neemt iedereen wel zijn eigen oplader mee?’

Andere gezinnen springen of glijden van zelfbeklommen rotsen, hier vragen ze: ‘Moet je ook nog wándelen bij die watervallen? Ik ga toch niet lopen!?’ Schamend. De enige wandelingen die ze op de camping maakten waren naar het zwembad en naar de receptie voor weer een dag Wifi. En daar kun je dus ook geen mooie foto’s van maken.

Dáárvoor had ik mezelf dus ook niet hoeven begraven in een tentenkamp, zonder wc-papier…Verder was alles prima, hoor. Als je een camping leuk vindt… en afwassen…Zwetend slepen met een volle bak vaatwerk was trouwens nog relaxter dan twee pubers de hele zooi bijna over de vloer van het wasgebouw te zien strooien; laat staan het theedoekgevecht van afstand gade te slaan, wetend welke blauwe plekken daarvan ontstaan, met bijbehorende sirenes natuurlijk.

Het onvermijdelijke moest natuurlijk ook nog gebeuren: heerlijk opgefrist door de verkoelende avonddouche verhit zoeken naar de niet meegebrachte handdoek…

Wat kwamen we dán halen?  Behalve prachtige plaatjes voor het fotoboek en twee vermakelijke (voor sommigen klagerige en vast en zeker wel overdreven?) blogs? Waarom gaan we überhaupt op vakantie als nadenken over het hoe en wat en waar met vijf, net zo vermoeiend is als thuis? Als thuis ook een prima vakantieplekje is? Met zwembad en Playstation en airco? En bergen was? 😊

Het is natuurlijk een luxe probleem dat ook helemaal geen probleem is (ík kies zelf voor zo’n heet toeristenparadijs en ik maak er wat van en kan gewoon weer naar huis; zovelen zitten gevangen in oververhitte tentendorpen, zonder water…).

De onrust heeft alles te maken met (te hoge) verwachtingen en wisselende wensen en (te weinig) vaardigheden. Wat word ík blij van? En de rest?

Dobberen in koele meren langs hoge bergen is echt heerlijk. Dat is anders dan anders. Dus vind ik het fijn. Waarom dat zo is weet ik niet precies. Iets met loskomen van alles? Horizon verbreden? Gelukshormonen aanmaken? Geen idee. Maar anders werkt goed.

De rest kreeg ik erbij, net als altijd. Samen hangen, samen alle pizza’s van de kaart proberen, samen enigszins gespannen luisteren naar de nachtelijke, spookachtige onweersbuien, samen zweten, samen ijs eten, samen tachtig potjes hartenjagen spelen, samen nadenken over wel of vooral geen activiteit.

Soms anders, meestal meer van hetzelfde. Samen. Dus leuk. En intensief. Thuis genieten we allemaal af en toe ook erg van alleen. En niks doen.

What’s the point van vakantie? Dat is dus voor iedereen anders. Punt.

En volgend jaar? Dan trappen we er waarschijnlijk gewoon weer in;)

Toen vond hij bergen nog wel interessant 😉

Permanent link to this article: https://www.leeslinda.nl/?p=1753

Leave a Reply

Your email address will not be published.