Ik heb een brakke nacht gehad en word al met hoofdpijn wakker. De training is prachtig, dat geeft goede moed voor de Muskathlon. We hebben nog geen 7 km gerend dus logisch dat we amper moe zijn. Er zit wel wat klimwerk in, maar daar maak ik me nog niet zo druk om. Of dat slim is weet ik niet…
Na het douchen stappen we om 11 uur op de boot. Met een prachtig uitzicht over Byblos en de zee en onder de blauwe hemel, staan we stil bij de vele vluchtelingen op deze bodem onder ons. Een wreed contrast, maar niemand had ook beweerd dat deze reis pijnloos zou zijn …
We meren aan bij een klein, rotsachtig eilandje en dat is voor velen reden genoeg om de sprong in het diepe te gaan wagen. Ik vind de rots vrij hoog, maar de amazing lady uit Engeland sleept mij mee in haar val. Oftewel: zíj wil het graag doen en zoekt een sister in crime. Ze manipuleert mij door te zeggen dat ik spijt krijg als ik het niet doe, en dat ik me straks heerlijk voel als ik het wel heb gedaan. Ik denk alleen maar aan mijn fragiele bikini. Waar hangt die straks als ik met een enorme kracht in dat water verdwijn? Verder vind ik het dus nog steeds vrij hoog, of diep, het is maar hoe je het bekijkt. Ben niet zo van de vrije val meestal, zie meestal hoge bergen en diepe dalen. Maar goed, Victoria pakt me bij de hand en ruikt haar overwinning;) Ik houd mijn T-shirt aan en kijk hoe zij zich vol overgave in de diepte stort. Nog een paar uur, wat eigenlijk seconden zijn, blijf ik naar het water staren. Achter mij zitten wat ontspannen teamleden te wachten op mijn actie, genietend van mijn twijfel en zelf lekker veilig rustend op de rots. Of ze doen gewoon iets anders en hebben geen oog voor mij. Dat hoop ik dan maar.
Beneden mij kijken een aantal ogen naar mij op, alleen letterlijk want zij hebben de sprong al gewaagd en vinden mij een mietje dat ik zo sta te treuzelen. Mijn voeten zet ik op de puntige stenen. Wat als ik uitglijd? Wat als ik gewond raak? Bloedende voeten werken slecht voor 21 kilometer rennen. Wat als ik tegen de rots onder mij aan klap? Weinig kans want het gaat recht naar beneden. Maar het zóu kunnen…
En zo zijn er vooral irreële argumenten om mijn grootste angst te verbloemen: springen zonder bodem, al is het slechts 1 of hooguit 2 seconden.
Wat heb ik nodig? Mijn hoofd moet uit, mijn lijf moet het overnemen. Waarom? Omdat zweven soms even nodig is, vaste grond moet verdwijnen en andere krachten het over moeten nemen. Vrijheid, loslaten, adrenaline, de kick. You name it, maar iets dat groter is dan ik, en iets dat mij helpt om even het veilige vertrouwde te verlaten.
Dus opeens zet ik mij af en roep ik op een on-Lindase manier: For the King!
Wauw, amazing hoe ik al geadapt ben aan de english group. Ofzo.
Vanwege mijn overmatige aandacht voor het wel en wee van mijn topje, vergeet ik mijn neus dicht te doen. Wij zijn het zout der wereld en op deze plek kunnen we ons blijkbaar volop vullen. Wat een concentratie van NaCl dringt daar mijn neuspijp binnen! Hoestend en proestend, wat natuurlijk heel amateuristisch overkomt, kom ik boven en roepen we nog even naar elkaar hoe cool dit is. Sure.
Nu is het mijn beurt om mijn ogen op te heffen naar de aarzelende mensen op de rots. Wat een mietjes, stelt niks voor.
Oh nee. Dat dus niet doen. Dat ik zelf iets heb overwonnen, wil niet zeggen dat het opeens een makkie is. Ieder zijn eigen strijd en recht op dezelfde aansporing.
Lessons learned. Alweer😉