De concurrentie is moordend. Bijna letterlijk! Aan het geluid te horen is het einde der tijden daar, in elk geval voor één van de strijdende partijen.
Oké, dit heeft geen enkele nieuwswaarde. Dit gaat namelijk al meer dan 5 jaar zo, wel uitgebreid sinds jongste trompetter ook een pittig toontje meeblaast. Toch was in beginsel het excuus dat ze niet konden praten. Het gegil was killing maar de nabije toekomst hield me op de been. Als ze toch eens konden praten, begrijpen, redeneren, reflecteren, dan zou elke strijd in no time gestreden zijn.
Eindeloos
Theoretisch zat ik helemaal goed met die ontwikkeling van minder fysieke wapens. De inzet ervan is echter nog vrij primitief en de piemel blijkt als een soort megafoon te functioneren, een drievoudig snoer zeg maar, dat niet licht verbroken kan worden. De inhoud van het gejammer is niet mee ontwikkeld met hun lengte. Het is nog steeds míjn lego, hou ooh-hooopp, ik was de eerste, beste, grootste, slimste en alles. En ah nee he, die benen en armen zijn nog steeds inzetbaar om de sirenes nog wat pijnlijke kracht bij te zetten. Stoeien wordt loeien, een tackel is het startschot voor een keiharde tegenaanval, in decibellen én boks kracht. En onze Jozef kan met zijn geslijm en getreiter iedereen het bloed onder de nagels vandaan halen. Op het moment dat ik dit schrijf heeft net iemand een elastiek om zijn nek getrokken. Als ze een put hadden gehad…
Vredesmissie
Schreeuwen dat ze niet zo moeten krijsen is de meest gebruikte maar helaas minst effectieve methode. Op zachte toon redeneren en reflecteren is prachtig voorleven hoe ik het verloop van deze situatie voor me zie, maar ik blijf ook de enige die dat ziet want het is voor hen enkel ruis, een voorbij zoemende vlieg die ze geïrriteerd wegslaan. Dus brul ik mee en is de chaos compleet. Dus loop ik weg en zoeken ze het maar uit. In beide gevallen: arme buren, en berg je voor jeugdzorg.
Er zijn grenzen. Allereerst mijn hormoonspiegel, slaappeil en stresslevel. Als ik die heb geëlimineerd, wat wel mijn ambitie is omdat zij aan geen van drieën debet zijn, blijven er nog enkele onacceptabele zaken over. Pijniging en bloed zijn het einde van de oorlogvoering, compleet met witte vlaggen en vredesbesprekingen. ‘Blinde’ roepen we niet, want brillen gesignaleerd, en ook houden we ons verre van andere beperkingen, ziektes, godslasteringen en dommigheden die rondgeslingerd zouden kunnen worden. In dat kader wordt ook niet geschermd met plusklassen. Twee tegen één blijft gemeen, en bovendien is de plusklas vooral bedoeld om te leren leren en raad eens wie dat uit zichzelf al kan? Mijn preek gaat deze ochtend verloren in gel en broodtrommels en waar is mijn handschoooeeeen!
Moedeloos?
Inwendig brul ik vaak, want hoe moet dit oorlogszuchtige volk straks de wereldvrede gaan bewaken en bewerken? Tot nu toe zijn ze liever voor anderen dan voor hun eigen bloedverwanten. Zoals bij Kain en Abel, Jacob en Esau en natuurlijk Jozef en zijn 11! broers. Zij verzoenden zich uiteindelijk, maar vraag niet hoe. Oh toch. Nou, o.a. door de ingreep van de vredekoning Himself.
Dus er komt een eind aan de strijd!