‘De weggetjes zijn zo smal en steil. Rij jij maar…’
De hele heenreis heeft Simon al gereden. Naast mij zitten appen en staren en de kinderen vermanen vindt hij erger dan kramp in zijn benen en tranende ogen van het turen en sturen en gassen. Iedereen blij, al rij ik al jaren en niet onaardig en geniet ik er ook best van. Duitsland was best lekker geweest, Zwitserland stoer tussen die rotsige grote jongens. Maar we hebben onze bestemming bereikt, ergens in een klein Italiaans dorpje en dan omhoog en links en rechts en steeds benauwder, dat durf ik echt niet! Stiekem denk ik dat we hier nu wel twee weken moeten blijven, maar dat is onzin, ik ben gewoon niets gewend. Het is ook onmogelijk want er is geen winkel op het verder zalige bungalowpark. Dus tenzij wij gekko´s en gras willen eten, zullen we toch echt om de paar dagen brood en sla moeten scoren, daar ver beneden achter al die enge bochtjes.
‘Schat… jij mag het wel doen, ben je er even lekker eruit. Pas ik wel op de kinderen, zo druk voor je anders, bij het zwembad…’ Hij doet het met liefde. En zo zit ik twee weken lang op mijn kont, in de ligstoel, op de boot of in de passagiersstoel. Oh ja, we doen ook nog een wandeling…etje. Het feit dat chauffeuren niet veel meer zou toevoegen aan mijn eentonige bewegingspatroon geeft mij de nodige berusting in mijn verder passieve en vrij ongeëmancipeerde toestand. Ook voor joggen is het écht te steil… denk ik…
Na twee weken chillen op de heuvel rijdt mijn held ons om half 6 ’s ochtends naar beneden en passeren we even later soepeltjes de Zwitserse en Duitse grens. Als de eerst stop is geweest, de vermoeidheid bij de chauffeur toeneemt en de schermpjes zijn geïnstalleerd, is er geen reden meer waarom ik níet zou gaan rijden. Dus pak ik stoer de sleutel en manoeuvreer de Autobahn op, waar ik mij krampachtig tussen de laagvliegende wagens probeer te drukken. Wat voel ik mij opeens een kruk als ik ruk aan mijn stuur en met luid geraas het gaspedaal naar beneden stamp. Hoe slordig en harkerig en onzeker, waarom, ik kan toch gewoon rijden? Mijn nek zet zich vast, mijn spieren ervaren meer actie dan tijdens de drie baantjes in het zwembad. Waarom denk ik zoveel na, waarom laat ik me opjagen door de coureurs om mij heen en de medebestuurder naast mij? Zijn ogen voel ik prikken op mijn handen, hoewel dat niet kan want hij slaapt! ‘Hij kan het niet aanzien’, denk ik heel even, maar dan pak ik het stuur weer stevig in handen. ‘Ik kan het prima, als niemand kijkt’, zeg ik tegen mezelf en ik neem me voor om dit op een tegel boven mijn bed te graveren. Dan geef ik extra gas, druk mijn kont in de stoel en zwaai mijn richtingwijzer uit. Zonder verder na te denken pak ik de linker baan en begin zélf te rijden. Op de automatische piloot, zonder moeilijk denkwerk, vertrouwend op mijn kunnen. Natuurlijk ook wel rekening houdend met mijn omgeving en kijkend in mijn spiegels, voor iedereen beter, maar wel op mijn eigen manier. Geen schoonheidsprijs maar wel veilig, niet heel snel maar wel doelgericht.
Ik kom er wel, op mijn manier.
Ook dat kan op een tegeltje;)
3 comments
Ik reageer ook even hier: reageer 🙂
Author
nou wat leuk jaaaa 😉
Lijkt potvolglorie wel of je over mijn “rijkunst” schreef!
Ik heb dat ‘papiertje’, maar rij liever niet dan wel…en liever 90 km/h dan 100. :), en dol op 80 km-wegen, want daar mag je 70..hahaha!