Speenvarken

Het is begonnen na het incident bij de kinderboerderij. En dat is geen toeval. Ik weet het zeker.

Daar was het moment dat Luuk aan het gesloten deurtje zat te morrelen, waar even later zomaar een logge zeug en haar 6 roze-bruine biggen doorheen glipten. Ze renden tussen onze benen door, en ik weet niet wie het meeste kabaal maakte om de aandacht van de boer te trekken. Mopperend duwde hij de onwillige zeug richting haar hok, terwijl hij de kleine uitbrekertjes één voor één optilde. Het gegil wat daarbij losbrak was onbeschrijflijk afschuwelijk, waardoor wij met de handen voor onze oren naar de uitgang renden. Maar daar al kreeg ik de indruk dat Kyan niet gilde van afgrijzen maar van blijdschap, zowel over het geopende hek als over deze nieuw ontdekte vorm van communicatie.

Het is sinds die dag, dat wij voortdurend getergd worden door ons huisvarkentje. Alle kastjes moeten open, en de inhoud moet worden versleept en geleegd. Vooral pakken hagelslag geven een bevredigend effect. En bij de zeer terechte correctie van dit rebelse gedrag stijgt een gekrijs op, waar de biggetjes in onze stamkinderboerderij hun oortjes van zullen spitsen. Mijn eigen oren doen het inmiddels steeds minder goed, wat wel weer gunstig kan zijn bij dergelijk auditief geweld, maar minder handig op andere momenten. Mijn hoofd vangt de schelle kreten nog steeds op en zet het om in een bonzende gong.

Zeer frustrerend binnenshuis, waar muren en grote broers het geluid nog eens verdrievoudigen. In het openbare leven is het helemaal stuitend. Vertederende glimlachjes maken plotseling plaats voor verbijsterd hoofdgefrons, eerst richting het speenvarken maar al vrij rap een verdieping hoger, naar de verantwoordelijk behandelaar. Dit had al lang in de kiem gesmoord moeten worden. Die ouders van tegenwoordig…

Ja, we zijn misschien wel schuldig, of op zijn minst medeplichtig. We giechelden als hij zomaar het deurtje open kreeg. Waren trots dat hij zelf kan eten. En waren te druk om de stift uit zijn handen te trekken voordat hij de bank versierde. Met luid gegil hebben we allerlei gevolgen van zijn zelfredzaamheid onder ogen moeten zien. Zo de ouden zongen…

En het is zo schattig als hij zegt: ‘Ja!’ als je vraagt of hij drinken wil, of ‘Jaaaahhh?’ als je met de zelfde uithaal zegt: ‘Kyaaaaan??’ Maar vragen hebben de irritante bijwerking dat ze ook een ‘Nee’ kunnen oproepen. Zo’n harde, korte. Of een krijsende, heel erg lange. En die laatste neemt nu helaas de overhand.

Ons schattige dreumesje is veranderd in een ondeugende, schreeuwende peuter. Ruim een half jaar te vroeg. We zijn er niet klaar voor. We hebben slechts een halfslachtig weerwoord, omdat het zo zielig zou zijn hem op de gang te zetten, boos aan te kijken of, jaja, een draai om zijn oren te geven. En als we het zelf niet zielig vinden, dan komen zijn twee andere grote voorbeelden wel in actie. Als Max en Luuk ook zo gedreven zijn in de aanpak van het milieu en de armoede, gaat de wereld een mooie tijd tegemoet 😉

Wij nemen afscheid van het baby-tijdperk, en gaan op beheerste wijze onze derde, totaal nieuwe zoon het goede voorbeeld geven.

En voorlopig geen biggetjes meer…

 

Permanent link to this article: http://www.leeslinda.nl/?p=99

Leave a Reply

Your email address will not be published.