Ik zal er zijn

Hij komt gewoon even vragen of ik zijn overall wil uitdoen. En hij loopt dan zomaar tegen de bar. Ik hoor het kraken, de bar dan, maar weet dat dat niet zomaar gebeurt. Een kwartier later loeit hij nog steeds, de peuter dan. Met een lege blaas maar overlopend tranenreservoir zoekt hij zijn vader, die nogmaals moet proberen de pijn weg te kussen. En ik mag niet helpen zijn overall dicht te doen…

Even eerder was de middenzoon al luidkeels binnengestormd. Ruzie met de eerstgeborene, die hem ‘vervelend’ zou hebben genoemd. En nu heeft hij hoofdpijn. Als ik hem vraag om op schoot te komen rukt hij zich los en rent met nieuwe moed het plein op. Ik blijf werkeloos achter.

Voortdurend in staat van paraatheid, zodat volledige overgave aan boek, broekenberg of blog onmogelijk is. Een soort bereikbaarheidsdienst. Je kunt net niks. Zeer benieuwd hoe andere oppassers wel hun to do list weggestreept krijgen. Ik blijf overal halverwege in hangen.

Terwijl ze zich weer op het plein vermaken, wordt de stilte af en toe wreed verstoord door allerlei kreten van zowel vreugde als verdriet. Ik wens papa inwendig sterkte en haal met kalme bewegingen toch maar de wasmand leeg. Na een week mag dat wel een keer, we hebben die kasten niet voor niets.

Na drie armen vol met alweer half verkreukeld goed, moet ik alles weer laten vallen voor een spontaan ingezette douchebeurt. Drie onderbroeken later moet er gedweild en gedroogd worden. Aankleden moet persé zelf. Hulp wordt ingeroepen bij verstrikking in pyjama, maar even wild weer weggeduwd als meneer het wel weer zelf denkt te kunnen. En hoe groot de trots als ‘tadaaa’ het plaatje op het shirt precies in de juiste positie terecht is gekomen.

Ik ben onmisbaar meubilair, een soort oproeppleister, eerste hulp bij ongemakken, troetelmoeder. Een soort God, zoals ik hem soms tenminste inzet. Hoe frustrerend zal dat zijn. Hoewel Hij in zijn almacht gelukkig wel meerdere dingen tegelijk kan. En er toch altijd is. En even trots is als ik op een kind dat het een piepklein beetje zelf kan.

Ik ben weer alleen met mijn schone was. Ik kijk uit het raam en zie dat de hemel zich hult in schitterende kleuren. Oranje, geel, roze, blauw, wit en nog heel veel ondefinieerbaar moois streelt mijn ogen en vult mij met een diep geluk over het leven.

Dat wordt zelfs niet overstemd door de luide roep om mama, meermalen herhaald.

Ik huppel de trap af. Nee, dat is niet waar. Ik zucht zelfs. Maar ik zal er voor hen zijn.

Permanent link to this article: http://www.leeslinda.nl/?p=628

2 comments

    • Petra on 5 January 2014 at 21:44
    • Reply

    Heel herkenbaar! Lekker weer bijkomen na twee vakantie? 🙂 liefs petra

    1. Echt wel, heerlijk!! :)))

Leave a Reply

Your email address will not be published.