Dit leven is ongemakkelijk, oneerlijk, chaos, ik begrijp er niks van. Alleen met humor kan ik het wat mooier maken.
Woorden van dergelijke strekking hoorde ik Arjen Lubach uitspreken aan een talkshow tafel. Hij was die dag media man van het jaar geworden. Dat snap ik: hij is slim, scherp en grappig. Soms flauw maar daar houd ik van.
In zijn uitleg aan tafel herken ik zijn worsteling om om te gaan met dit bestaan. Iets van dat ongemak en die chaos voel ik zelf. En hoe vaak grijp ik zelf niet naar een treurige woordgrap, niet alleen omdat die zomaar opborrelt, maar ook om te dealen met een lastige, ongrijpbare, spannende setting? Humor is vaak het enige wapen, om angst te bezweren, om pijn te verdragen, om een puberhart te bereiken.
De volgende ochtend lees ik de Bijbeltekst van de dag, die begint met: nu kijk ik nog in een wazige spiegel…. Ja dat. Geen direct beeld, maar via via. Niet helemaal helder. Helemaal niet helder, zou ik zeggen, maar dat staat er niet. Wel vervolgt de tekst dat mijn kennen ook beperkt is. Ja dat. Gelukkig komt er nog een fijne bemoediging: straks sta ik oog en oog met de Waarheid zelf, en zal ik hem echt kennen. Nu dus nog niet. Het kan niet. Het is een via via kennis, waar zoveel twijfel en onduidelijkheid en miscommunicatie omheen hangt. Omdat mijn mensenbrein nog geen helder zicht heeft op de almachtige.
Dat is pittig. Want ik heb wél behoorlijk duidelijk zicht op onrecht, ziekte, misleiding, jaloezie, misbruik van macht, geweld, uitbuiting… ja waar moet ik stoppen…? Dat bepaalt zo vaak mijn plaatje, en dat slaat zo vaak neer.
En dan komt het. ‘Ons resten … geloof, hoop en liefde.’
‘Ons resten.’
Ik lees dat deze vertaling niet wordt gewaardeerd vanwege de negatieve klank. ‘Resten gaan weer naar de keuken,’ schreef iemand. Snap ik. Wij eten op vrijdag vaak restjes, tot walging van de prinsjes hier. In de NBV 21 wordt dit zinsdeel dus vervangen door: ‘Dit is wat blijft:…’ heb ik begrepen.
Toch vind ik het een mooie uitdrukking. ‘Ons resten.’ Dit is het, onze boei, ons houvast. Het lijkt weinig maar we hebben niks anders dan dit, dus wees er zuinig op. Investeer erin. Juist dit maakt het leven zinvol, waard om te leven. Dit geeft voldoening, vervulling, en kan echt pijn verdragen, angst bedaren, maar ook aansporen om onrecht en ellende aan te pakken.
‘Ons resten geloof, hoop en liefde.’ Niet: ons rest alleen nog heel hard lachen om onszelf en zo dit leven maar overleven. Dat is wel heerlijk en helpend, maar goddank hebben nog net iets meer meegekregen om dit geklungel zin te geven.
Geloof, hoop en liefde. Beperkt, vol met barsten en wazigheden, discussie en miskleunen. Maar dit is alles wat we hebben.
Hoe wordt dit concreet? Nou, even vóór dit zinnetje staan de overbekende verzen over wat echte liefde is en doet. Een handig hulpmiddel om ons leven en dat van anderen zin te geven.
Ik geloof dat Arjen Lubach een hoop liefde en natuurlijk humor heeft. Ik hoop ook dat hij zin heeft om die te blijven delen.
