Hart van steen

Als mijn kinderen ooit in een busje alle huizen langs moeten gaan waar ik heb gewoond zitten ze al 10 stops voordat ik met jou in de flat ging wonen.’ ‘Geen zorgen schat, jouw kinderen gaan dat waarschijnlijk nooit doen.’

Dat klonk best onaardig maar hij heeft waarschijnlijk gelijk. Mijn studenten- en zusterflats zijn nu eenmaal niet zo idyllisch als die schattige Groningse en Friese boerderijtjes waar míjn ouders zijn opgegroeid. En had ik zelf bij mijn eigen geboortenest al niet de gedachte dat het gewoon een saai rijtjeshuis is waar ik geen greintje gevoel bij kon ontdekken?

Ja, het huis in Ommen, daar liggen mijn herinneringen aan stoepranden, voetballen en tafeltennissen. De jaren op de middelbare, mijn orgellessen en verliefdheden, alle herinneringen veilig bewaard en gekoesterd, maar ook nog zo kort geleden dat we onder de banken doken toen we de straat door reden, en stiekem een plaatje schoten. Want ze zouden ons nog kunnen herkennen, schamend. Stelletje pubers.

Waren we wel naar binnen gegaan, dan had ik natuurlijk niets méér gevonden dan wat er in mijn hart al was blijven hangen. Wat wel steeds meer vervaagt trouwens, doodeng, maar dat terzijde. Het huis is gewoon een huis, met kille stenen en nieuwe mensen. Een stukje van mij ligt daar, ongrijpbaar, wat kun je ermee.

En toch. Bij het boerderijtje aan het water, in het gehucht Hûsternoard, zie ik hem voor me als jongen. Met zijn drie broers op een slaapkamer, met zijn ouders en zus in de woonkamer, en zijn babyzusje, dat na een jaar alweer stierf. Het weiland erachter, de weg ervoor en dan de trekvaart. De foto ken ik, nu weet ik hoe het voelt. Hij was daar zaterdag zelf niet, en toch ook wel, een beetje. En ik zag mijn moeder daar staan, in gedachten verzonken, terug naar een andere tijd. Daar begon haar leven met hem. Daar liggen nog steeds stukjes van hem en van hen samen. Niet tastbaar, je kunt er niks mee. Maar het is er, dat voel je.

Natuurlijk wordt de emotie versterkt door zijn afwezigheid. Al twaalf jaar leven we zonder hem en dat went. Dat is ook prima en gezond. Dus geen valse tranen hier, zeg ik tegen mijzelf. Maar mijn hart zegt toch iets anders, als hij even tot leven komt bij zijn ouderlijk huis, en gaat zijn eigen gang. In stilte.

De huisjes op de Dijkstreek en Pas op – ja hoe leuk wil je het hebben – zijn natuurlijk ook ontroerend schattig. Wat raakt is dat zíj er wél zelf nog naast staat, teruggaat in de tijd en zich ook naar binnen praat. Zij schaamt zich niet, en gelijk heeft ze. Wij duiken weer onder de banken. Stelletje schapen.

Het zijn maar stenen. En toch is het een stukje verleden dat blijkbaar een plekje heeft in je hart. En is het waardevol als je daar nog weer naar terug kunt gaan.

Dan zie ik beelden van kapotgeschoten huizen in oorlogsgebieden. En vandaag redelijk dichtbij een ingestort huis. Afschuwelijk drama. En naast gewonden en materiaal verlies is daar dus ook iets in hun hart stukgemaakt, verleden verdwenen. Mijn hart gaat naar hen uit.

En ooit prop ik mijn jongens ook in een busje, het ganse land door desnoods, op zoek naar een stukje van ons hart van steen.

Permanent link to this article: http://www.leeslinda.nl/?p=1707

Leave a Reply

Your email address will not be published.