Het is goed

Waarom moest ze nou ziek worden?!

Zijn slungelige lichaam schokt. Hij past nog amper op Simons schoot maar het is de enige plek waar hij moet zijn. Ik zit er naast en houd ze beiden vast. Mijn hart breekt en ik huil mee. We zoeken allebei naar woorden, maar ik besef opeens: de waaromvraag is geen vraag om een antwoord. Want dat is er niet. Net zoals ik nooit een antwoord krijg op de vraag ‘waarom doe je dat nou!’ als een van m’n hartendiefjes op het hoofd van zijn broer gaat zitten. Er komt geen bevredigend antwoord want het is er niet.

Ook nu niet. Het is een uitroep van wanhoop en verdriet, boosheid zelfs, over oneerlijkheid, en aangedreven door liefde. Oma zou toch 100 worden? Oma moet niet weggaan. Er is geen goede reden te geven waarom dat morgen toch in de planning staat.

Dat oma al wel 80 is, is geen antwoord. Dat andere mensen ook ziek worden is geen antwoord. Dat oma zelf toch blij was dat ze niet een andere ziekte heeft gekregen, die haar nog veel erger leek, is geen antwoord.

Het enige dat we dus kunnen doen is meehuilen, onze lange armen om zijn lange lijf. En hij komt tot rust.

De volgende dag. Na al onze knuffels, lieve woorden, grapjes en tranen, en met haar hand in zijn hand, valt ze zingend in slaap. Terwijl wij buiten even snel een frisse neus halen, worden we gebeld. We rennen terug, en zien dat ze al bijna weg is. Nog een paar zuchtjes…

Verbijsterd en met ogen opnieuw vol tranen kijkt hij het aan. ‘Waarom nu al’, roept hij uit.

Ook nu hebben we geen antwoord. Dat ik blij ben dat het niet langer hoefde duren is geen antwoord. Dat de pijn ondraaglijk was en dat ze nu weer adem en energie en kracht heeft is geen antwoord. Dat het exact haar tijd was is geen antwoord. Zelfs dat zij zelf graag naar de hemel wilde, is voor hem geen antwoord.

Hij is haar nu echt kwijt en roept het uit. En hij houdt haar vast en wij houden hem vast en huilen met hem mee. En samen vinden we nog steeds geen antwoorden. Wel rust.

De dag van de begrafenis. Met krachtige arm draagt hij samen met ons haar lichaam, de auto in en uit, de kerk in. Ook hij draait schroeven in het deksel. En tenslotte ziet ook hij de kist in het gat zakken. Hij staat er met de neus bovenop. Praktische handelingen met intense lading, maar hij doet het in alle rust.

De terugreis. Nu hangt hij achterin de auto, zijn benen in de lucht, zijn mobiel voor zijn neus en de zoveelste Bros in zijn mond. ‘Zo, nu zijn we niet meer verdrietig.’

Nog steeds geen antwoorden. Wel rust. Het is goed zo.

Hij kan haar loslaten, want ook hij wordt vastgehouden

Permanent link to this article: http://www.leeslinda.nl/?p=1615

2 comments

    • Esther Wissink on 6 November 2020 at 13:10
    • Reply

    Heel mooi lin! Zo is het. Liefs es

    • Michiel Brouwer on 6 November 2020 at 16:25
    • Reply

    Heftig, intens en echt. Ontzettend mooi verwoord, in alle lelijkheid die sterfelijkheid in zich meedraagt.

Leave a Reply

Your email address will not be published.