Zo blijven de klucht, de zelfspot en de liefde

Puber:‘Wat is dat voor unit rechts op je hoofd?’

Ik: ‘Unit??? Oh, je bedoelt dat kleine ieniemienie pukkeltje???’

Puber: ‘Ik zie die berg vanaf hier!’

En dat zegt hij die gezellige sneeuwtopjes ontwikkelt op zijn gezicht, en dus nu elk klein verhoginkje op mijn eigen gladde (mwoa) voorhoofd fors uitvergroot. Tsss.

Zo gaat het dus inmiddels in het grote tienerhuis. Niet meer altijd zo poepig, in elk geval niet in de betekenis die wij daar in de regel aan geven. Wel sarcastisch, knetterhard, en ook wel een beetje grappig. Af en toe. Als je jezelf niet al te serieus neemt. En hen ook niet.

Nog steeds moet ik lachen om de klucht die ons huishouden eigenlijk is. We doen maar wat en vaak niet al te best, mijn vier studiejaren ten spijt. Nog steeds zijn ze hilarisch, en klungel ik met ze de dag door.

Helaas is dat alles lang niet allemaal meer publicatiewaardig. Deels omdat het minder schattig en vrolijk, en meer pijnlijk en lomp en bozig is. Deels omdat de onderwerpen zelf zich inmiddels steeds onafhankelijker door het leven begeven en ik hun tere tienerzieltjes moet beschermen, tegen zichzelf, en tegen mij wellicht ook. Deels omdat het soms echt goed fout gaat en het online huis-tuin-en-keuken gegiechel niet meer voldoende is om de stukjes weer aan elkaar te lijmen. En therapieverslagen gaan we hier toch echt niet delen. Zelfs ik heb grenzen.

En de laatste factor die dagelijkse FB-posts tegenhoudt is de angst voor afkeuring, voor 83-tips-voor-een-gezelliger-opgroeiend-gezinsleven, en alles wat daar tussen zit. Gemopper over lange dagen vol mobielgebruik, geruzie en gevreet nodigt blijkbaar ook uit tot het geven van adviezen, en de voorzichtige suggestie dat het vroeger ook wel anders kon. Dus…

Begrijpelijk. Lief zelfs misschien. Maar niet nodig. Dat ik niet echt in de kopgroep van opvoeders meedraaf had ik zelf ook al bedacht. Als ik tips wil ga ik wel naar de psych, de orthopedagoog – een echte –, een collega opvoeder die het wél kan; of ik bid nog iets harder om geduld, blijdschap, zelfbeheersing (wie heeft dat handige rijtje toch bedacht…).

Meelij en herkenning heeft natuurlijk nog nooit een treurige toestand verandert in feestgedruis. Het zal anderen ook niet echt bemoedigen dat ik wél eerlijk toegeef dat we er soms een rommeltje van maken, wij níet voor elk probleem een oplossing hebben en we dagelijks de twee-handen-vol-foute-reacties-en-beslissingen ruimschoots halen. Schamend, ongeschikt, kansloos. Hier wordt niemand beter van. Misschien voél je je wel beter… en terecht, geniet ervan.

Dáár doe ik het dan voor;)

Het is dus enkel ter relativering ende luchtig (leed)vermaak in deze verder zwaarmoedig zeurderige tijden; eerlijk delen, en we doen uiteindelijk allemaal maar wat, al vindt de een dat het ‘wat’ beter gaat dan de ander.

‘Ik mag jou echt niet’, grijnst de puber als hij met zijn mobiel langs mij naar boven glipt.

Zo blijven de klucht, de zelfspot, en de liefde. En de meeste van deze is de liefde.

Hoop ik. Geloof ik.

Permanent link to this article: http://www.leeslinda.nl/?p=1597

Leave a Reply

Your email address will not be published.