Mama, waar heb je mijn onderbroek/linkersok/’scheendekker’/passer/lenzenbakje etc etc gelaten?!
Ik word er gek van. Alles, maar dan ook alles, wordt mij altijd, en altijd liefst 1 minuut voor vertrek, in de schoenen geschoven, terecht of niet. Meestal niet.
‘Natuurlijk, gister nog aan gehad’, zucht ik dan opstandig en toch sta ik weer op en wandel. Ik lijk wel gek.
Bijna altijd vind ik het terug op de meest logische plek. Als je de wasmand-als-kledingkast tenminste ook mee rekent als logisch…
Nu ik al een week roep ‘wie de afstandsbediening heeft verstopt’ blijft het opeens angstvallig stil. Ja, ook de tv. Of eigenlijk Netflix. Voor NPO 1, 2 en 3 en de volumeknop ben ik de levende afstandsbediening geworden. Er is dus haast geboden.
Een nieuwe bestellen stellen we uit, want ‘je zult zien dat je hem vlak daarna terugvindt…’
Ik zoek op alle logische plekken, waar ik al 80 keer gezocht heb. Alsof hij er nu opeens wel zou liggen. Ik zoek op alle plekken waar ik geweest ben nadat ik – ja ik – de tv had uitgedaan. Ik heb hem het laatst gehad, ik heb hem kwijt geraakt. Maar ík mag het dus nu niet iemand anders in de schoenen schuiven. Niemand denkt: hé, zíj heeft hem kwijt gemaakt, kom, ík zal hem wel vinden. Dat moet ik onthouden…
Nu moet ik mijn eigen gangen nagaan, dat laatje openen waar dat ene moment in zit verstopt: dat ik dat rotding wegleg; en dan ook graag WAAR!
Ik zoek dus op de wc – daar vond ik alleen mijn verdronken mobiel L maar dat is een ander drama ; op de bureaus van de pubers omdat ik ze moest helpen/voederen/uitfoeteren/opruimen; in mijn fietstas omdat ik daar ook de bieb boeken in had gedaan vlak na het vermissingsmoment; in de LEGO zak… oké, die is niet logisch, maar stiekem toch nog wel een beetje.
Inmiddels heeft mijn zoektocht zich verplaatst naar de koelkast/oven/handtas/schoenenkast… En nu denk ik echt: ik lijk wel gek! Het zal toch niet zo zijn dat ik hem straks in de vriezer vind, of in de heg in de voortuin, of – ja ik heb er echt gezocht – in de groenbak? Dan kun je me afvoeren…
Ik tast in het duister, en het geduld van doortastende echtgenoot is op. Hij bestelt een nieuwe.
De volgende dag is daar dan natuurlijk dat appje. mam, pap, weet je wat ik vond in mijn tas?
We dansen als ging het om de verloren zoon. De zoon die hem vond wurg ik langzaam. Dus nu pas ging hij zijn tas eens onderzoeken! Waarschijnlijk naar zíjn telefoon ofzo…
Weer wat geleerd. Van hen moet ik het niet hebben, dus einde zoekmachine. Mijn bediening zal zich moeten verplaatsen naar een meer passieve afstand: dirigeren, delegeren, faciliteren en vooral zelf laten (uit)zoeken. Alleen nog op de juiste knopjes drukken.
Ze zullen hun eigen weg(geraakte spullen) moeten zoeken.
Ik ben niet gek.
