(Het) Goed doen

Mijn ‘Zahle’ klinkt nog steeds als Zachlèè. Dus als ik aan Syrische Enschedeërs vertel waar ik volgende week naar toe ga, kijken ze me eerst niet-begrijpend aan. Ik probeer het nog eens, met een iets minder harde CH en iets kortere è, en kijk er heel Arabisch bij. Gelukkig is Libanon niet zo groot, dus raden ze mijn bestemming, met klanken die ik wel hoor maar niet kan herhalen. Bij mij blijft het een gronings/tukkers Zaklèh, en zij blijven hún manier van uitspreken herhalen. Met een glimlach, dat wel. En ik besef hoe verschrikkelijk vaak zij diezelfde glimlach zien bij ons kaaskoppen als zij KroninCHen proberen te zeggen, en ál die andere onuitsprekelijke polderwoorden.

Ze horen hier niet. Niet lelijk bedoeld, maar ze zouden hier niet moeten zijn. Onze struikel-G, onze onnavolgbare grammatica en de daar wel weer goed bijpassende regelgeving rondom bv werk: het zijn levensgrote redenen om niet naar Nederland te willen vertrekken als Arabisch gebekte, vrije handelsgeest. Als ze een keuze hadden…

Mijn reis naar Libanon is niet alleen een manier om iets te doen, in tijden dat ik meestal alleen maar machteloos kan toe- of, zo je wilt, wegkijken. Het is zelfs niet alleen een teken van meeleven en hulp. Dat ook zeker en vooral. Maar mijn open hart voor vluchtelingen gunt hen ook een plek in hun eigen land en als dat niet kan dan toch graag ergens daar in de buurt. Dus moeten we dáár ook helpen.

Ik wil graag goed doen en dat wil ik ook nog graag goed doen, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik houd van zwart-wit, goed en slecht, dan weet ik zeker dat ik goed zit. Dus als hier vluchtelingen aanspoelen, dan omarmen we ze. Toch? Nee, we moeten zorgen dat ze daar blijven, dat is beter voor ze. Toch? Daar hebben we alweer het grijze gebied van meerdere waarheden waar ik me ongemakkelijk in heen en weer beweeg. Het gaan naar Libanon omarmt beide waarheden, en ik sprong een gat in de lucht bij deze mogelijkheid: dit is 100% goed.

Totdat ik hoor dat de kampen vol zitten met moslims en dat christenen er helemaal geen plek kunnen vinden. Syrische christenen in Enschede vinden het moeilijk dat mijn hulp naar de kampen gaat, want zij zijn ooit weggepest uit hun land door diezelfde moslims. Daar gaat mijn waarheid. Of toch niet? Want ik wil toch ieder mens helpen?

Als ik geef om vluchtelingen vergeet ik onze eigen minima; als ik voor wereldvrede ben, ben ik tegen defensie; als ik tegen Trump ben, ben ik voor abortus. Ik ben te simpel voor deze wereld, of denk juist veel te genuanceerd omdat ik altijd een andere, mindere of juist betere kant ontwaar en dan maar weer in mijn holletje kruip om me maar niet te branden. Ik wil het goede doen maar kan dat nooit goed doen. Dat is het leven. Overal kleeft ‘zonde’ aan, leerde ik vroeger. Klinkt verlammend, maar is misschien juist een relativerende realiteit waar ik mee moet leren leven.

Mijn reis gaat door, met hart en ziel, dat is simpel. Mijn uitspraak blijft belabberd, mijn kennis over de verschillende groeperingen, religies, historie en belangen faalt jammerlijk, en met mijn gift aan de ene mens doe ik ongetwijfeld een boel andere mensen tekort. So be het, het houdt me nederig.

Ik stem mijn hart maar af op de goede God. Dan zal Hij het goede dan wel doen door mij heen.

Permanent link to this article: http://www.leeslinda.nl/?p=1307

1 comment

    • Cor on 10 May 2017 at 08:55
    • Reply

    Mooi mooi Linda. Dat kan niemand beter zeggen.

Leave a Reply

Your email address will not be published.